In het kader van het streven naar een duurzame mobiliteit, werden door de regering een aantal maatregelen ingevoerd die een aantrekkelijk alternatief (zouden) moeten vormen voor de bedrijfswagen.
De eerste betreft de mobiliteitsvergoeding dewelke per 1 januari 2018 werd ingevoerd. Deze vergoeding biedt werknemers de mogelijkheid hun bedrijfswagen in te ruilen tegen een maandelijkse cash vergoeding = cash for car.
De tweede betreft het mobiliteitsbudget dat van toepassing is vanaf 1 maart 2019. Het mobiliteitsbudget houdt in dat een werknemer ten belope van een bepaald bedrag zijn bedrijfswagen kan inruilen voor een milieuvriendelijker en goedkoper exemplaar. De rest van het budget kan dan verder aangevuld worden met duurzame vervoermiddelen zoals bv een abonnement op het openbaar vervoer, een autodeelsysteem, een fietsvergoeding,… Een eventueel saldo wordt op het einde van het jaar cash uitbetaald.
Nu beide maatregelen van toepassing zijn, is het tijd voor een vergelijkend overzicht.
Vergelijking van beide maatregelen
De toekenningsvoorwaarden zijn identiek namelijk:
Ze zijn echter niet van toepassing bij aanwerving van een werknemer of bij een bevordering of functiewijziging voor 1 maart 2019.
Verder zijn beide maatregelen geheel vrijblijvend: de werkgever is niet verplicht ze aan te bieden en de werknemer is niet verplicht er op in te gaan!
De voornaamste verschillen situeren zich op volgende vlakken:
|
Mobiliteitsvergoeding |
Mobiliteitsbudget |
Bedrag |
24% of 20% van 6/7 van de cataloguswaarde van de wagen al naargelang de werkgever de brandstofkosten al dan niet ten laste nam |
Totale kost van de huidige wagen voor de werkgever (= Total Cost of Ownership of TCO) inclusief brandstof |
Besteding |
Vrij te besteden door de werknemer |
Vrij te kiezen tussen 3 pijlers of een combinatie ervan: -1e pijler: milieuvriendelijker wagen -2e pijler: alternatieve vervoermiddelen (openbaar vervoer, fiets, autodelen,…) -3e pijler: cash |
Personenbelasting |
Voordeel alle aard = cataloguswaarde x 6/7 x 4% (eventuele eigen bijdrage mag in mindering worden gebracht) |
-1e pijler: forfaitair voordeel alle aard op de nieuwe wagen conform huidige regels - 2e pijler: belastingvrij - 3e pijler: belastingvrij |
Vennootschapsbelasting |
-Vergoeding is aftrekbaar voor 75% -Voordeel alle aard = verworpen uitgave voor 40% of 17% al naargelang brandstofkosten werden ten laste genomen |
-1e pijler: aftrekbeperkingen conform huidige regels -2e pijler: aftrekbaar -3e pijler: aftrekbaar |
Sociale bijdragen |
Solidariteitsbijdrage ten laste van de werkgever in functie van de CO2 uitstoot van de ingeleverde wagen |
-1e pijler: solidariteitsbijdrage in functie van de CO2 uitstoot van de wagen ten laste van de werkgever -2e pijler: vrijgesteld -3e pijler: bijzondere sociale zekerheidsbijdrage van 38,07% ten laste van de werknemer |
Conclusie
in de praktijk zal men beide maatregelen op basis van de concrete situatie tegenover elkaar moeten afwegen en goed berekenen welk van de twee het voordeligste uitkomt.