Cateringkosten met publicitair karakter

Cateringkosten met publicitair karakter – the story continues…

Marc Verbeek
19-6-2019
Cateringkosten met publicitair karakter

Over de aftrek als beroepskost van cateringkosten die worden gemaakt in het kader van publicitaire events bestaat reeds lang rechtsonzekerheid. 

Op het vlak van de BTW worden cateringkosten, onder voorwaarden, als publiciteitskosten aanzien zodat de BTW hierop principieel volledig aftrekbaar is. 

Op het vlak van de inkomstenbelasting werd vorig jaar nog door de Minister van Financiën bevestigd dat cateringkosten met een publicitair karakter ook op het vlak van de inkomstenbelasting als publiciteitskosten kunnen worden aangemerkt waardoor zij volledig aftrekbaar zijn.  Hiermee werd ogenschijnlijk een einde gemaakt aan de bestaande verdeeldheid in de rechtspraak.  Het Hof van Cassatie dacht er in twee recente arresten (van 22 februari en 22 maart 2019) echter anders over. 

Regeling inzake BTW

De BTW op kosten van onthaal is niet aftrekbaar en ook de BTW op kosten voor spijzen en dranken is dat niet.

Niettemin aanvaardde het  Hof van Cassatie  reeds in het verleden de aftrek van BTW wanneer kosten van onthaal gemaakt worden om publicitaire redenen. Deze kosten worden dan als publiciteitskosten gekwalificeerd, eerder dan als kosten van onthaal.  Dit standpunt werd uiteindelijk ook door de BTW-administratie gevolgd als de belastingplichtige kan aantonen dat de kosten niet louter zijn gemaakt ‘voor het creëren van een algemeen gunstige atmosfeer ten overstaan van de onderneming’ maar zij ‘de directe verkoop beogen of worden gemaakt met het oog op publiciteit voor welbepaalde producten of diensten’.  

Jaren later aanvaardde de BTW-administratie, eveneens onder druk van rechtspraak van het Hof van Cassatie, dat ook de BTW op kosten van spijzen en dranken aftrekbaar zijn. Dit voor zover wordt aangetoond dat ‘de kosten daadwerkelijk worden gemaakt in het kader van een activiteit ten behoeve van zijn bestaande of potentiële klanten die hoofdzakelijk en rechtstreeks een publicitair doel heeft met de bedoeling de verkoop van zijn producten of diensten te bevorderen’.

De nadruk wordt hier dus gelegd op het doel van de kost en niet op de aard ervan.

Regeling inzake directe belastingen 

Kosten van onthaal en receptie zijn aftrekbaar ten belope van 50%, restaurantkosten ten belope van 69%.

Kan hierbij dezelfde redenering worden doorgetrokken als inzake BTW met name dat receptie- en restaurantkosten toch volledig aftrekbaar zijn wanneer deze worden gemaakt in het kader van publicitaire events? Volgens de recente arresten van het Hof van Cassatie dus NIET. 

Het Hof is namelijk van oordeel dat de bedoeling van de wetgever inzake de aftrekbeperking niet dezelfde was inzake BTW als inzake directe belastingen: inzake BTW was het eerder de bedoeling om de aftrek te verbieden van kosten die geen beroepskarakter hebben zodat deze wel aftrekbaar zijn als de kosten wél een beroepskarakter hebben, terwijl de bedoeling inzake directe belastingen louter de beperking van de kosten was ongeacht het doel ervan.  Inzake directe belastingen wordt dan ook enkel gekeken naar de aard van de kosten.  Een onthaalkost blijft dus een onthaalkost en kan niet geherkwalificeerd worden in een volledig aftrekbare publiciteitskost.

Einde discussie?

Welk standpunt moet er nu gevolgd worden: dat van de Minister of dat van het Hof?

Enerzijds zijn er de beginselen van behoorlijk bestuur op basis waarvan kan gesteld worden dat de Minister het rechtmatig vertrouwen heeft opgewekt dat onthaalkosten met een publicitair doel integraal aftrekbaar zijn.  Anderzijds is er het legaliteitsbeginsel dat voorrang heeft op de beginselen van behoorlijk bestuur.

Wetgevend initiatief zal dan ook nodig zijn teneinde de knoop definitief door te hakken en uit deze impasse te geraken.